Yves Beaumont. Painter.

‘De Schilderkunst is dood’ en sinds Richter lijkt alles geschilderd. En toch word je dezer dagen steeds vaker geconfronteerd met wat men ‘eigentijds schilderen’ noemt.Opmerkelijk is hoe vaak bij dat schilderen op een of andere manier wordt geappelleerd aan beelden die deel uitmaken van ons zogenaamd collectief geheugen, aan zaken die lang vervlogen zijn, maar zo ingrijpend blijken dat ze in de geest zijn blijven hangen. Hoe dan ook, velen worden erdoor aangegrepen, door vertederd. Voor velen staat de schilderkunst er sedert enige tijd weer.

Yves Beaumont (ºOostende, 1970) behoort tot het nieuwe Vlaamse ‘Schildersheir’. Let wel, er wordt nog veel geschilderd, ook buiten die gesmaakte nieuwe lichting, en ik heb het nu uiteraard over de zogenaamde Nieuwe Vlaamse Schildersschool, die er eigenlijk geen is, zoals er destijds ook niet echt een Brugse bestond, maar alle Brugse Schilders die hun stad niet verlieten en bezield, maar veeleer braaf ‘konterfeitten’, werden plots tot de ‘Brugse School’ gerekend. Yves Beaumont maakt deel uit van een groepje jonge Vlaamse schilders dat school maakt. Samen met dat van nog een aantal uitverkorenen, vertegenwoordigde werk van hem reeds eind 1997 Vlaanderen in het veelbesproken project ‘Vlaanderen/Cataloni’ in Barcelona, en werd vorig jaar zijn participatie gevraagd voor een project rond actuele Vlaamse kunst in de Pulchri Studio in Den Haag.

Het is alsof hij nooit een ander thema heeft gehad dan ‘het landschap’, maar dan in de breedste zin van het woord. Het werk heeft recentelijk op schilderkundig vlak weliswaar een wending genomen. Waar hij tot voor kort de figuratie, die steevast zijn uitgangspunt is, in de verf deed verzinken (maar dat op een subtiele en gevoelige manier) lijkt het alsof wij in de ‘vlakker’ geworden schilderijen het landschap straks daadwerkelijk te zien zullen krijgen, dat het bij een volgende ingreep zijn diepste geheimen zal prijsgeven. Beaumont is duidelijk ‘opener’ gaan schilderen. Zijn werken zijn als het ware ook een dialoog aangegaan met de waarneembaarheid van dat landschappelijke gegeven. Die band vergroot de uitdaging. Herkenbaar zijn wateroppervlakken, bomenrijen, weerspiegelingen en vage silhouetten. Landschappelijke elementen worden geschilderd, bewerkt, herwerkt en weer overschilderd in dunne verflagen. Het zijn sluiers van grijs-blauwen en etherische witten, duidelijk verwijzend naar een emotieve benadering, of een vage herinnering. Figuratieve elementen uit een bevreemdend landschap worden ‘tekens’ die een eigen leven zijn gaan leiden binnen wat we uiteindelijk ‘het schilderij’ noemen.

Beaumont schildert verder op wat de geschiedenis hem heeft nagelaten. Geen vernieuwing zonder traditie. En dat is zijn leitmotiv. Hij schildert, tekent en zoekt niet geforceerd naar vernieuwing, maakt geen vreemde sprongen, zoekt geen sensatie. Eenvoudige gegevens worden schilderkundig weergegeven en verwerkt tot getuigenissen van een hedendaags ‘beeld-denken’. Hij noteert, legt vast en maakt er bijna een nieuwe realiteit van. Hij is een jonge schilder van wie het werk al sinds zijn 20ste geregeld werd gelauwerd. ‘Inspiratie is een woord dat vooral luie kunstenaars in de mond nemen’ zei ooit iemand. Schilderen is voor Beaumont een denkproces geworden, een continuïteit. Elke tekening en elk schilderij is als een nieuwe bladzijde in een dagboek. Alleen, hij doet het niet met pen, niet met woorden en zinnen, maar met verf of houtskool. Zijn oeuvre getuigt van eenvoud, is gevoelig en suggestief.

Facebook
@