Door het sferische heen
Bedenkingen bij de recente schilderkunst van Yves Beaumont
Beschouwing naar aanleiding van de tentoonstelling bij CAPS Contemporary Art Projects, Antwerpen (01.05 – 30.05.2021)
Een schilder verschanst zich in een atelier als in een plaats waar herinneringen aan en over de wereld intentioneel worden geconverteerd met stoffelijke materie. Het is en blijft wonderbaarlijk dat schilders amper gewapend met wat tubes of potten verf; borstels en dragers of het nu papier, canvas of een houten paneel betreft – bij machte blijven de ziel uit de realiteit te schilderen en daarmee een publiek in de visuele en mentale ban te houden.
Schilders vormen een heerlijk front binnen de versnipperde kunstactualiteit – vanuit een niet in te wisselen ambachtelijkheid bij het realiseren van picturaal werk. Al kunnen gsm’s, pc’s en andere media van en voor intermediaire en instant beeld-(re)productie de realisatie van het kunstwerk faciliteren, dan toch blijft het koude zweet staan bij de schilder die oog in oog staat bij een activerende confrontatie met de leegte van een te betekenen drager.
Yves Beaumont laveert al geruime tijd op een aparte, fijn- en eigenzinnige manier in de brede wereld van de Belgische (overwegend Vlaamse) schilderkunst. Wat in die lange productieve tijdspanne opvalt is een verzet tegen evolutie; het betreft een zachte, milde tegenkanting tegenover de onuitgesproken regel in de kunst(wereld) tot aanmanende vernieuwing.
Zijn oeuvre houdt stand in een aangehouden lange beweging waarin het scherpzinnig zien van de omgeving wordt gekoppeld aan een volgehouden studie van het werk van Meesters in de schilderkunst zoals William Turner of Jean-Baptiste-Camille Corot. Het zijn de schilders van toen die weergaloos met het ‘geziene’ licht jongleerden via verf op doek; deze “moderne” kunstenaars waagden hun kunstenaarschap aan een doorbreken van imiterende en naturalistische conventies alsook aan sanctionerende reacties van publieke verwachtingen. De moderne kunstenaars waar hij blijft naar kijken, waren in feite klimaat-kunstenaars avant-la-lettre. Ze wisten de smog of het doorheen bossen piepende tegenlicht picturaal te fixeren in een onwennige ‘manier” van naar abstractie neigende representatie.
Het licht dat Yves Beaumont boeit is exact niet dat licht waarmee hij elke dag in zijn woonplaats nabij Oostende leeft als mens én schilder. Het licht dat hem boeit is gedempt; is niet zee-spectaculair maar overwegend sferisch: licht dat bijvoorbeeld gloeit vanuit het zicht van een verdicht bos waarin de zon als het ware hier en daar efemere open plekken van hels licht ‘straalt’. Het zijn precies deze uiterst momentane en snel verdwijnende momenten die hij met verf op drager weet te strikken. Zijn motieven zijn spaarzaam (gebleven); ze zijn het tegenovergestelde van onderwerpen met het etiket ‘spectaculair’. In het nietige dat aan ons voorbijgaat, waarin sommigen graag de notie ‘subliem’ op parkeren – weet hij de relevantie van zijn kunstenaarschap te projecteren op zowel de moderne kunstgeschiedenis als op het nooit te doorgronden persoonlijke gemoed van de inmiddels (dolende) post-corona mens. De mens die vandaag de mentale tik van het wegvallen van druk sociaal contact nog niet helemaal heeft verteerd en in de meeste gevallen achterblijft en overleeft met een vernieuwd, restaurerend verlangen naar mentale zelfhulp via lopende ervaringen in de ‘louterende’ natuur. Dat “unheimliche” en haast niet te beschrijven gevoel verblijft tot diep in de schilderkunst van Yves Beaumont; picturaal werk dat zich aandient als een kabbelend meer in de geo-nabijheid van de wispelturige Noordzee. Het is een paradox waarin de kunstenaar zich blijkbaar best goed bij voelt; het perfect aanvoelen van het licht en de herinneringen eraan, weet hij inmiddels als geoefend schilder genadeloos op doek uit te schilderen. En omtrent de particuliere praktijk van het schilderen draait de uniciteit van de opgeleverde schilderkunst.
Hij weet met een minimum aan motieven zijn artistieke wil te manifesteren via intentionele schilderbewegingen te ontsluiten tot telkens (weer) een wemelende en bij gevolg unieke beeldtaal. Herhalingen van op het eerste gezicht telkens “het zelfde”, maakt de ziel uit van dit geschilderde oeuvre dat in se geen enkel moreel standpunt inneemt over het maatschappelijk reilen en zeilen van onze complexe, globale en erg kleine én inmiddels ferm onttoverde wereld. Er zit hoogstens een suggestie van ongereptheid in zijn werk; een oor(d)verdovende stilte die zich grotendeels spiegelt in de schemerzones van de ‘groene’ schijn-realiteit. Een realiteit die nog nauwelijks bestaat of hoogstens wordt geconserveerd in parken en reservaten als te consumeren, vervalste instant-producten om het jachtige en op rendement doordrongen geprogrammeerde leven van de hedendaagse mens voor een korte periode opnieuw met ‘energie’ op te laden en in balans te brengen.
De werken op deze tentoonstelling alluderen op een verstild en vertraagd proces van kijken en denken; de schilderijen stollen de geest tot een punt waarop een niveau van zintuiglijk prikkelende surplace-nulgraad, de perceptie van het werk overneemt.
De schraalheid van de wendbare acrylverf toetst zich vast in de structuur van het canvas en in de diepe groeven en plooien van de avontuurlijke geschiedenis van de schilderkunst.
De verdunde, zich als bij eb in de drager terugtrekkende verf “ontluikt” in een weinig definieerbare volheid. Paul Cézanne: “Als de kleur rijk is, is de vorm maximaal”.
De titels van de schilderijen onderstrepen de emotionele onderbouw van zijn schilderkunst; “Cloudscape”, “Nocturne”, “Himmelsritt”, “Arcadia”, “Afterglow” … zijn titels die een poëtiserende stilstand insinueren. De Franse kunstenaar Corot was een meester in het schilderen van tegenlicht, grotten én licht dat valt zoals het erna nooit meer valt.
Yves Beaumont bespiedt met graagte zijn geniale klassieke meesters en werkt erop verder in kleine reeksen waarin de kwaliteit van het opwekken van het kleine verschil in kleur en vorm, een genereus appèl doet aan de opgeëiste tijd van de toeschouwer.
De natuur wordt ontdaan van haar tijdloosheid; geduldig geschilderde strepen en bundels al dan niet gedempt licht focussen de aandacht op de ‘niets vermoedende’ composities van Yves Beaumont die als bij een maalstroom spaarzame, heldere verfstroken doen kantelen in de ‘omringendheid’ van geschilderde, onpeilbare donkerte. Heel wat van zijn werken doen zelfs de gedachten afdwalen naar erotiserende schilderkunst die in het midden van de 19e eeuw met Edouard Manet’s oorsprong van de wereld én van de moderne schilderkunst, de kunst toen tout court op haar grondvesten liet daveren.
De schilderkunst van Yves Beaumont zoekt empathie op en blijft wars van het grote gebaar en dito grote discours. Zijn werk kabbelt op het ritme van het gewone, voorbijtrekkende leven net zoals dat gebeurt in zijn schilderijen “Waterlines” waar het heerlijk kabbelende motief is afgeleid van de zachte golfslag die een reliëf veroorzaakt en accentueert in het zand via natuurlijke, toevallige verschuivingen in plaats en ruimte.
Het toeval van het moment maakt dat een schilder zich op een unieke wijze blijft positioneren tegenover de idee van het representeren van de werkelijkheid. Hierin schuilt de essentie van de picturale routes van Yves Beaumont die plaats-gebonden tegelijk te maken hebben met zijn roots en het licht dat daarbij een rol speelt en ook weer niet … want de rijke en inspirerende geschiedenis van de schilderkunst loert altijd en levendig mee om de hoek, richting schilderdoek.
Emile Zola:
“Een kunstwerk is een hoekje van de natuur gezien door de ogen van een temperament”
Luk Lambrecht