Yves Beaumont. Painter.

Aanschouwing zonder abstractie is blind,
abstractie zonder aanschouwing is leeg.

Immanuel Kant

“Ik ben eigenlijk een ouderwetse schilder”, stelt hij, “ik hou me met het traditioneel gegeven van het landschap bezig. Dat komt wellicht door mijn interesse voor de Hollandse en Vlaamse landschapsschilderkunst van de 17de eeuw.” Van Ruysdael en tijdgenoten boeien hem mateloos. Maar ook de School van Barbizon, Théodore Rousseau en Claude Monet, en de grote Engelse landschapsschilders als Constable en Turner zijn voor hem bronnen van bewondering en inspiratie, net zoals Mondriaan en Spilliaert. Zelfs wat de late twintigste eeuw betreft gaat zijn interesse vooral uit naar schilders voor wie het landschappelijk gegeven een erg grote rol heeft gespeeld en nog steeds speelt. Denk maar aan Per Kirkeby en Bernd Koberling. Langs die weg is hij tot zijn huidig werk gekomen. Hij hecht veel belang aan de verfhuid, de gelaagdheid van de verf, het evenwicht op het doek, de compositie. “Het is eigenlijk een vorm van poëzie”.

In gesprekken verwijst Yves Beaumont (°Oostende, 1970) veelvuldig naar grote voorbeelden uit het verleden zoals Caspar David Friedrich en de schilders van de Hudson River School, allemaal lieden die bezeten waren door het landschap én het schilderen. Beaumont is net zo bezeten en hij weet die bezetenheid op een gedreven manier in toom te houden en vorm te geven. Hij is een meester in het weglaten van het overbodige. Bij hem vind je geen anekdotiek, niets wat je afleidt van de essentie van een landschap. Hij is gefascineerd door “de kracht van de afwezigheid van de dingen, de leegte”. Hij bekomt hierdoor intrigerende doeken die een vorm van tijdloosheid bezitten, schilderijen die uitnodigen om erin te verdwalen, om er eindeloos ver in door te dringen, hoe bescheiden van formaat ze soms ook zijn. Yves Beaumont sluit zich ook aan bij sommige vroegere tradities en schildert vaak van uit een donkere ondergrond. De lichtere gedeelten gaan op die manier als het ware oplichten uit de duisternis, ze krijgen een andere intensiteit. Zijn schilderijen mogen op het eerste gezicht misschien wel eenvoudig ogen, ze zijn het in wezen allerminst. Ze zijn het resultaat van doorgehouden inspanning om de juiste kleur, de juiste gelaagdheid, de juiste intensiteit te bereiken.

‘Noordland’ is de titel van een reeks werken die hun inspiratie vonden in noordelijk Nederland, langs het IJsselmeer, Friesland, de Waddenzee. Uit dat concrete gegeven ontstonden etherische schilderijen die je meenemen in een nevelige eindeloosheid. De grijze einder doemt op van links naar rechts, wordt sterker, meer uitgesproken met hier en daar soms een lichte suggestie van industriële aanwezigheid. Het is het resultaat van schilderen en overschilderen tot je het skelet overhoudt, dus helemaal tegengesteld aan wat een ontleedkundige pleegt te doen. Uitpuren, weglaten, niet tonen. De reeksen rond ‘De dageraad’ en ‘Woods’ zijn intrigerend door hun mysteriegehalte. Het zijn schilderijen waarvan een zekere dreiging uitgaat of die iets raadselachtig over zich hebben. Ze geven hun geheimen niet of niet zomaar prijs. Het schilderen van donker naar licht betekent dat de kunstenaar ook soms lagen moet wegschrapen waardoor er een soort sluier ontstaat en die weet de kunstenaar in dit geval bijzonder goed te benutten. Hij is niet alleen een inhoudelijk begaafde schilder, hij is ook een vakman. Hij heeft oog voor de diversiteit binnen de geschilderde partijen en weet op die manier een spanning op te bouwen binnen ogenschijnlijk egale gedeelten van het schilderij. Dit maakt zijn landschappen ongemeen boeiend en aantrekkelijk. “Het poëtisch karakter van een schilderij is voor mij zeer belangrijk”, zegt hij. Het moet veel meer zijn dan het gegeven beeld. Het moet hem als het ware in het werk trekken. Dat doen de schilderijen van Beaumont wel degelijk. Ze laten je in het schilderij stappen, ze zetten de kijker aan tot exploratie ondanks de dreiging die er soms van uit gaat.

Recentelijk is Yves Beaumont ook sterk bezig met houtskooltekeningen. Het is opvallend hoe de techniek van de houtskooltekening een echte heropleving kent bij een legertje van zeer diverse kunstenaars. Zij gebruiken het middel op velerlei wijzen om hun ding te doen. De toe te juichen hernieuwde aandacht voor de tekening als zeer belangrijk expressiemiddel in het algemeen zal hier wellicht – onbewust of niet – een rol in spelen. Zijn houtskooltekeningen vormen één onlosmakelijk geheel met zijn totale oeuvre en passen helemaal in zijn zoektocht naar het scheppen van het juiste beeld. Zo roept ‘After the storm’ de sfeer op van de symbolisten – terug die traditie, die kunstenaars van weleer. Het zijn tenslotte de symbolisten die de tekening als autonome kunstvorm introduceerden. Toch is het werk van Beaumont zeer hedendaags, het fijne is dat hij die hedendaagsheid, dat actuele met de traditie verbindt. In het Vlaams Parlement hangen van hem een aantal tekeningen die zich situeren in de reeks ‘Woods’. In dat heel statisch gegeven weet de kunstenaar een grote dynamiek te leggen. Het is een reeks die uitmondt in een schitterend werk, een schilderij met welgeteld elf strepen, elf bomen die een heel eigen wereld oproepen.

Yves Beaumont maakt duidelijk dat een kunstenaar soms een meer accuraat beeld van de natuur kan ophangen dan de wetenschapsmens. Zijn intussen al uitgebreide oeuvre toont de grote diversiteit en beweeglijkheid van de natuur, hoe eeuwig een landschap ook kan lijken, het is steeds in verandering.

Daan Rau

Facebook
@